Gerrit Guldenhemel (Vries 1949 – Roden 2023) wist al vroeg in zijn jeugd, dat hij zou gaan schilderen. Hij groeide op in het Drentse dorp Tynaarlo, in een traditionele boeren samenleving, die geen binding had met kunst. Echter, alles wat hij toen zag en ervoer werd door hem vastgelegd in het sterke – in beelden werkende – bewustzijn waarmee hij is getalenteerd. Toen, als kind en na een kunstopleiding (Abk ‘Academie Minerva”) nog meer.
Heel bepalend voor zijn schilderen was zijn vriendschap met overbuurjongen Bernard. Bernard’s grootvader, de nu regionaal zeer gewaardeerde schilder Van Dulmen, werd door de jongens vaak bezocht. Een groot doek met een naakt in de woonkamer maakte bij ieder bezoek een grote indruk op de jongen Guldenhemel. Hij kon zijn oogjes niet losmaken van de naaktheid van het badende meisje, haar glimlach, haar parelmoeren huid, de heldere kleuren en de nog geurende olieverf. Deze beelden van toen worden door Guldenhemel in die van vandaag gemengd. Als een tovenaar verandert hij deze mix tot zijn eigen beeld, zijn schilderij.